Johan Gemels is de winnaar van de Baanbrekers award van Multimodale Ambassadeur 2023. Johan Gemels stond mee aan de wieg van verschillende intermodale terminals in België, zowel bi-modaal als tri-modaal zoals Combinant, Antwerpen Main Hub, Liège Container Terminal, Liège Logistics Intermodal, Tri-Modal Terminal Brussel, Associated Terminal Operators en vele anderen. We vroegen hem zijn mening over multimodaal transport in Vlaanderen.
Wat was voor u de rechtstreekse aanleiding om te starten met multimodaal transport?
JG: Ik ben er eerder toevallig ingerold. Ik kom eigenlijk uit de IT-sector. Mijn eerste job in de transportwereld was bij de NMBS. In het begin van de jaren tachtig baatten we daar al een paar inland container terminals uit. Daar ben ik vrij snel in de sales gerold en zag ik de mogelijkheden van het intermodale.
Wat was de grootste hindernis die u heeft moeten overwinnen?
JG: De grootste hindernis zit in de hoofden van de mensen. Intermodaal vervoer lijkt moeilijk van buitenaf. Het is ook een beetje moeilijker om te starten. Maar eens het loopt, is het dikwijls gemakkelijker en mensen die er gebruik van maken willen de omgekeerde stap nooit meer zetten. Hoe kleiner het bedrijf, hoe moeilijker mensen te overtuigen zijn. Bedrijven die maar af en toe een container hebben, hebben er natuurlijk minder voordeel bij. Maar als je een regelmatige bevoorrading hebt, zoals bijvoorbeeld een koffiebranderij, dan wil je wel dat dat continu blijft lopen.
“Bedrijven die gebruik maken van multimodaal vervoer willen de omgekeerde stap nooit meer zetten.”
Als een lading toekomt in Zeebrugge en die moet naar Luik, dan kunnen we die rechtstreeks met de trein naar Luik brengen, in de plaats van eerst langs Antwerpen te passeren. Dan win je twee dagen. Maar bij sommige klanten blijft dat een moeilijke stap.
Events zoals die van Multimodaal.Vlaanderen, zijn daar goed voor. Daar krijg je veel positieve ervaringen te horen. Al zijn de bedrijven die moeilijk te overtuigen zijn, ook moeilijker op die events te krijgen. Maar voor mensen die twijfelen, zijn zulke events ideaal. Die worden er sowieso door andere bedrijven over de streep getrokken.
Wat ook hoopvol is om te zien is dat veel logistieke vastgoedbouwers locaties kiezen rond inland terminals. Dat is een heel positieve ontwikkeling.
Hoe ziet u het multimodale landschap evolueren?
JG: Voorlopig hebben we de wind in de zeilen. Op ecologisch gebied heeft het voordelen. Qua kostprijs is het ook doenbaar. Er zit groei op de markt. Al groeit het nog altijd niet voldoende snel. Maar het bewustzijn bij de bedrijven is wel aan het toenemen. Om nu te zeggen dat het gaat verdubbelen op 5 of 10 jaar tijd, zoals de EU voor ogen heeft, dat lijkt me wat te optimistisch.
Op lange termijn moeten we ook kijken welke technologische oplossingen er nog op ons af komen. Het grote voordeel van intermodaal vervoer is al lang de ecologische voetafdruk. Het is de vraag wat er gaat gebeuren als de vrachtwagens allemaal elektrisch worden.
Er zijn ook ontwikkelingen in de spoorsector, zoals zelfrijdende wagons. De vraag is wel hoe snel de overheid zal toelaten om ermee te experimenteren. De Vlaamse Waterweg heeft autonoom varen toegelaten en heel Europa heeft er mee naar gekeken. Je hebt voor spoor ook een pionier nodig die dat aandurft. Uit de testen die lopen zijn we nu al veel aan het leren. Maar het wordt tijd dat de overheid er mee over begint na te denken.
“Subsidiegeld dat nu naar 100 jaar oude spoortechnologieën gaat, zou beter aan research besteed worden.”
Op lange termijn zie ik dat wel positief evolueren, maar we moesten er eigenlijk al lang mee bezig zijn. Nu houden we spoortechnologie van 100 jaar geleden met subsidies in stand, omdat er nog niet gemoderniseerd is. We zouden dat geld beter aan research geven. We hebben er al te lang mee gewacht. Technologie gaat ons vooruithelpen. Maar de overheid moet ook toelaten dat dit kan gebeuren.
Welke plaats heeft uw award gekregen?
JG: Die staat voorlopig nog bij mij thuis, maar ik ga ‘m binnenkort mee naar Luik nemen.