Eind september vond voor het eerst sinds lange tijd niet-toeristisch verkeer via de Lovaart op het traject tussen Veurne en Oostende plaats. Betonproducent De Brabandere uit Veurne testte de mogelijkheid om zeezand uit Oostende voor de productie van beton via binnenvaart te vervoeren. Deze testvaarten tot aan Regionaal Overslagcentrum (ROC) Veurne zijn het resultaat van een doorgedreven samenwerking tussen POM West-Vlaanderen, De Vlaamse Waterweg nv, Multimodaal.Vlaanderen (VIL), De Brabandere en Barging Solutions.
In de 12e eeuw werd de Lovaart gegraven om de stad Veurne te verbinden met de IJzer. Het kanaal speelde een cruciale rol in de ontwikkeling van de regio en werd meerdere keren verder uitgediept om de toenemende handelsactiviteiten te ondersteunen. Tot in de 19e eeuw gebruikten binnenvaartschippers de Lovaart intensief als belangrijke transportroute. Met de opkomst van de vrachtwagen verschoof het gebruik van het kanaal geleidelijk naar toerisme en recreatie. Maar daar komt nu terug verandering in.
Eerste duurzame transporten op de Lovaart
De Brabandere vervoerde de voorbije weken zeezand voor de productie van beton, geladen in de haven van Oostende, via de kanalen Plassendale-Nieuwpoort en Nieuwpoort-Duinkerke tot op de Lovaart en ROC Veurne. “De testvaarten waren bedoeld om eventuele uitdagingen in kaart te brengen en de effectieve kosten per vracht nauwkeurig te berekenen”, vertelt Pieter De Brabandere, ceo van De Brabandere. “Onze ambitie is om deels over te schakelen naar alternatieve transportmogelijkheden om het wegennet te ontlasten. We willen ook andere bedrijven aansporen om deel te nemen aan duurzame logistieke oplossingen. Op termijn hopen we dat autonome, elektrische vaartuigen ook een rol in dit traject kunnen spelen.”
Eerste ingebruikname ROC Veurne
Sinds de bouw van de regionale overslagcentra in Diksmuide en Veurne vorig jaar hebben bedrijven in de regio nieuwe duurzame transportopties. ROC Veurne, gelegen aan het bedrijventerrein tussen de Lovaart en de Vaartweg in Veurne, beschikt over kaaimuren van 50 meter en een kaaiplateau van 325m². “ROC Veurne biedt bedrijven de mogelijkheid om op een efficiënte en milieuvriendelijke manier goederen over te slaan van water naar wegvervoer, wat de druk op het wegennet aanzienlijk vermindert”, aldus Jean de Bethune, voorzitter van POM West-Vlaanderen. “ROC Veurne is van aanzienlijk belang voor het veilig stellen van de economische en logistieke toekomst van de regio. Door de uitstekende ligging en faciliteiten kunnen we bedrijven helpen hun logistieke ketens te verduurzamen.”
Logistieke verduurzaming dankzij binnenvaart
De uitbreiding van het logistieke netwerk via de binnenvaart biedt niet alleen economische voordelen, maar draagt ook bij aan een duurzamere mobiliteit in de regio. “Door de samenwerking tussen De Vlaamse Waterweg en POM West-Vlaanderen versterken we de logistieke mogelijkheden van de regio,” vult Els T’Kindt, accountmanager bij De Vlaamse Waterweg, aan. “Duurzame transportopties via binnenvaart helpen bedrijven om efficiënter te werken en dragen tegelijkertijd bij aan een vermindering van het aantal vrachtwagens op de weg, wat de mobiliteit en het milieu ten goede komt.”
POM West-Vlaanderen werkt al jaren samen met Multimodaal.Vlaanderen (VIL) om West-Vlaamse bedrijven aan te moedigen om gebruik te maken van multimodale oplossingen via water of spoor. “Pieter De Brabandere nam contact met ons op bij de oplevering van het ROC Veurne. Onze rol bestond erin hem op een neutrale manier te adviseren op basis van een concrete businesscase, rekening houdend met operationele aspecten zoals een vaarschema. Wij brachten hem vervolgens in contact met diverse partijen, waaronder ook Barging Solutions” vertelt Ilse Verdonck van Multimodaal.Vlaanderen (VIL). “Vanuit onze missie kunnen wij dergelijk initiatief alleen maar aanmoedigen en we hopen andere bedrijven via deze case dan ook te kunnen inspireren.”
Voor het transport werd gebruik gemaakt van een spits (CEMT-klasse I). Dit type schip is door zijn smalle vorm, beperkte diepgang en wendbaarheid uitermate geschikt voor transport op de waterwegen in de Westhoek. “Dergelijk schip kan telkens ongeveer 200 ton zand vervoeren. Een vrachtwagen zal ongeveer 30 ton zand per rit vervoeren. Elke vaart met het schip betekent dat er zeven vrachtwagens minder op de weg zijn“, besluit Jean de Bethune.
Noodzakelijke baggerwerken
De Vlaamse Waterweg startte met baggerwerken op de IJzer, het Kanaal Nieuwpoort-Duinkerke en de Lovaart, om wateroverlast in de Westhoek te voorkomen. Daarbij worden ook ondieptes aangepakt, wat het scheepvaartverkeer zal verbeteren. De Lovaart wordt over de volledige lengte uitgebaggerd tot een diepte van minimaal 2,20 meter, met een vaargeul van 6 meter breed”, zegt Els T’ Kindt. “Het verdiepen van de vaargeul is cruciaal voor een betere afvoer van regenwater uit het binnenland. Het is mooi meegenomen dat de logistieke mogelijkheden van dit traject hierdoor verbeteren.”